Uitgangspunten

Vanuit het constructivisme, gevolgd door de Stijl en het Bauhaus en o.a. geïnspireerd door kunstenaars zoals Sol Le Wit, Daniel Buuren en Donald Judd, maak ik ruimtelijke constructies van karton en hout, geschilderd in heldere kleurstellingen waarin alle sporen van een persoonlijk handschrift c.q. menselijk ingrijpen zijn verbannen. Mijn werken worden, volgens een vooropgezet idee met elementaire vormen, zoals rechthoeken, vierkanten en driehoeken, gemaakt. Allemaal beeldende middelen die niet direct verwijzen naar de ons omringende realiteit of werkelijkheid. Zij zijn ontwikkeld met de gedachte, dat een kunstvoorwerp een onafhankelijk of autonoom product is en dus naar niets anders verwijst dan naar zichzelf. Deze gedacht werd voor het eerst geformuleerd door de Leidse kunstenaar en theoreticus Theo van Doesburg in 1929. Volgens van Doesburg behoefde kunst niet de zintuiglijke waarneembare werkelijkheid weer te geven, anti-mimesis*, m.a.w. kunst komt niet voort uit de natuur maar uit de geest van de kunstenaar en diende om die reden dan ook niet op de natuur te lijken, en der halve dan ook abstract te zijn. Al deze opvattingen en gedachtes vormen mede de basis van mijn werken. Het gaat mij, om de presentie van het werk zelf, zijn luciditeit en ruimtelijkheid.
Kort samengevat, mijn kunst is geen vorm van een zekere schoonheid of esthetiek, maar meer èèn van een innerlijke ervaring of beleving. Voor mij is het de macht en de kracht van het enige juiste en goede, de ethiek.
*Mimesis= nabootsing > imitatie of weergave van de zintuiglijke waarneembare realiteit (Plato's theorie van de kunst.)

Points de départ

Du constructivisme, suivre par le Stijl et le Bauhaus, je fais des structures spatiales du carton et du bois, peintes en des couleurs vives dans lequelles toute trace d'une intervention humaine de ou ècriture personelle est interdits. Mes œuvres sont construites selon une idèe prèconçue, avec des formes de base telles que rectangles, carrès et triangles, tous des moijens visuelles qui ne réfèrent pas directement à la réalitè environnante. Elles sont conçues selon l'idèe qu'une œuvre d'art est une product autonome ou indépendante et ne réfère qu'á luimème. Cette pensèe a été formulèe en 1929 un artiste et théoricien qui vient de Leijde, Theo van Doesburg. Selon van Doesburg, l'art ne nécessite pas à représenter la réalité observable et sensorielle, anti-mimèsi* en d'autres termes, l'art vient pas et ne faut pas rassembler à la nature mais, autrement dit, être abstrait. de l'esprit de l'artiste et a servi pour cette raison, vous n'êtes pas sur la nature pour semblent comme et, partant, pour être de moitiè-abrègè. Toutes ces opinions et pensèes formes une commission de la base de mon travail. Pour moi, il s'agit de la prèsence de le œuvre elle-même, sa luciditè et habitabilitè.
Bref, mon art n'est pas une forme d'une certaine beautè ou esthétique, mais c'est forme d'une expérience intérieure ou de la perception, c'est pour moi la puissance et la force de l'èthique seulement juste et bonne.
*>=Imitation imitation ou la représentation de la Mimeses de la réalitè observable sensorielle (théorie de Platon de l'art.)
Uitgangspunten